Nokia 3120 classic - Aanvullende veiligheidsinformatie

background image

Aanvullende
veiligheidsinformatie

Kleine kinderen

Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen
bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen.

Gebruiksomgeving

Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling
aan RF-signalen wanneer het op normale wijze tegen het
oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van
minimaal 1,5 centimeter van het lichaam bevindt. Wanneer
het apparaat op het lichaam wordt gedragen in een
draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen
geen metaal bevatten en moet het apparaat zich op de
bovengenoemde afstand van het lichaam bevinden.

background image

A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e

101

Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet
dit apparaat kunnen beschikken over een goede verbinding
met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen
van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een
dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de
bovenstaande afstandsrichtlijnen totdat de
gegevensoverdracht is voltooid.

Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen
voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het
apparaat. Houd creditcards en andere magnetische
opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de
gegevens die op deze media zijn opgeslagen, kunnen
worden gewist.

Medische apparatuur

Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van
draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende
beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden.
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische
apparaat om vast te stellen of het apparaat voldoende is
beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt.
Schakel het apparaat uit in instellingen voor

background image

A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e

102

gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door
ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen en andere
instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruikmaken
van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.

Geïmplanteerde medische apparatuur

Ter voorkoming van storingen van het apparaat raden
fabrikanten van medische apparaten aan minimaal
15,3 centimeter afstand te bewaren tussen een draadloos
apparaat en een geïmplanteerd medisch apparaat, zoals een
pacemaker of geïmplanteerde defibrillator. Personen met
dergelijke apparaten moeten met het volgende rekening
houden:

Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan
15,3 centimeter afstand van het medische apparaat
wanneer het draadloze apparaat is ingeschakeld.

Draag het draadloze apparaat niet in een borstzak.

Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de
andere kant van het lichaam dan de kant waar het
medische apparaat zit om de kans op een potentiële
storing te minimaliseren.

background image

A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e

103

Schakel het draadloze apparaat onmiddellijk uit als er
enige reden is om aan te nemen dat er een storing
plaatsvindt.

Lees en volg de instructies van de fabrikant van het
geïmplanteerde medische apparaat.

Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze
apparaat wanneer u een geïmplanteerd medisch apparaat
hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling.

Gehoorapparaten

Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in
bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op
met uw serviceprovider als u last hebt van dergelijke
storingen.

Voertuigen

RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische
systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd
geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld
elektronische systemen voor brandstofinjectie,
elektronische antislip- of antiblokkeer-remsystemen,
systemen voor elektronische snelheidsregeling of

background image

A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e

104

airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant, of diens
vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan
toegevoegde apparatuur, voor meer informatie.

Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden
onderhouden of in een auto worden gemonteerd.
Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren
en de garantie die eventueel van toepassing is op het
apparaat, doen vervallen. Controleer regelmatig of de
draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed bevestigd
zit en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen
brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in
dezelfde ruimte als die waarin het apparaat zich bevindt of
onderdelen of toebehoren daarvan. Voor auto's met een
airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden
opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen
geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in de
ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen.
Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de
auto en de airbag wordt opgeblazen, kan dit ernstige
verwondingen veroorzaken.

background image

A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e

105

Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden.
Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat.
Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk
zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze
telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.

Explosiegevaarlijke omgevingen

Schakel het apparaat uit als u op een plaats met
explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies
op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u
gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te
zetten. Vonken kunnen op dergelijke plaatsen een explosie
of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden
kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij tankstations,
bijvoorbeeld in de nabijheid van gas- of benzinepompen.
Houd u aan de beperkingen voor het gebruik van
radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische
fabrieken of op plaatsen waar met explosieven wordt
gewerkt. Plaatsen met explosiegevaar worden vaak, maar
niet altijd, duidelijk aangegeven. Het gaat onder andere om
scheepsruimen, chemische overslag- of opslagplaatsen en
gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne deeltjes bevat

background image

A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e

106

van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes. U dient
contact op te nemen met de fabrikanten van voertuigen die
gebruik maken van LPG (onder andere propaan of butaan)
om vast te stellen of dit apparaat in de nabijheid van
dergelijke voertuigen veilig kan worden gebruikt.

Alarmnummer kiezen

Belangrijk: Dit apparaat maakt gebruik van
radiosignalen, draadloze netwerken,
kabelnetwerken en door de gebruiker

geprogrammeerde functies. Als uw apparaat gesprekken via
het internet ondersteunt (netgesprekken), moet u zowel de
netgesprekken als de mobiele telefoon activeren. Het
apparaat zal proberen alarmnummers te kiezen via zowel
het mobiele netwerk als uw internetprovider wanneer beide
zijn geactiveerd. Verbindingen kunnen niet onder alle
omstandigheden worden gegarandeerd. U moet nooit alleen
vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot stand
brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij
medische noodgevallen.

background image

A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e

107

Een alarmnummer kiezen:

1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd.

Controleer of de signaalontvangst voldoende is.
Afhankelijk van het apparaat moet u mogelijk ook de
volgende stappen uitvoeren:

Plaats een SIM-kaart als deze voor het apparaat
vereist is.

Maak bepaalde oproepbeperkingen ongedaan als
deze op uw apparaat zijn ingesteld.

Wijzig uw profiel van Offline of Vlucht in een actief
profiel.

2. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm

leeg te maken en het apparaat gereed te maken voor
een oproep.

3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich

bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.

4. Druk op de beltoets.

Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk
op wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze
apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de

background image

A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e

108

plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u
daarvoor toestemming hebt gekregen.

Informatie over certificatie (SAR)

Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor
blootstelling aan radiogolven.

Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het
is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan
radiogolven die worden aanbevolen door internationale
richtlijnen, niet worden overschreden. Deze richtlijnen zijn
ontwikkeld door de onafhankelijke wetenschappelijke
organisatie ICNIRP en bevatten veiligheidsmarges om de
veiligheid van alle personen te waarborgen, ongeacht hun
leeftijd en gezondheidstoestand.

De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur
worden uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific
Absorption Rate). De SAR-limiet in de richtlijnen van het
ICNIRP is 2,0 W/kg (watt/kilogram) gemiddeld over tien
gram lichaamsweefsel. Bij tests voor SAR worden de
standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle
gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane

background image

A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e

109

energieniveau gebruikt. Het werkelijke SAR-niveau van een
werkend apparaat kan onder de maximumwaarde liggen,
omdat het apparaat zo is ontworpen dat niet meer energie
wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met
het netwerk. De hoeveelheid benodigde energie kan
wijzigen afhankelijk van een aantal factoren, zoals de
afstand tot een zendmast waarop u zich bevindt.
De hoogste SAR-waarde onder de ICNIRP-richtlijnen voor
gebruik van het apparaat bij het oor is 0,98 W/kg voor

RM-366.

Het gebruik van accessoires en toebehoren met het
apparaat kan resulteren in andere SAR-waarden. SAR-
waarden kunnen variëren, afhankelijk van nationale
rapportage-eisen, testeisen en de netwerkband.
Meer informatie over SAR kunt u vinden onder
"product information" op www.nokia.com.

RM-364, 0,95 W/kg voor RM-365 en 0,69 W/kg voor